Economische geografie

In welk opzicht is Valthermond op economisch geografisch gebied veranderd en wat is hiervan de oorzaak?

Concentratie en toename van de bedrijvigheid

Hieronder zie je de concentratie van de bedrijvigheid weergegeven in een grafiek. Op de horizontale as staan de 96 plaatsen van Valthermond aangegeven. 0 links duidt op voor in Valthermond, aan de kant van Musselkanaal. 96 rechts, duidt op achter in Valthermond, aan de kant van Valthe. Op de verticale as wordt het aantal bedrijven aangegeven.

 37a37b

Op deze grafieken kun je aflezen dat de meeste bedrijven gevestigd zijn voor in Valthermond. Op grafiek van 1880 is te zien dat 19 bedrijven op de eerste 19 plaatsen aan het Noorder- en het Zuiderdiep zijn gevestigd. Dit is ook niet vreemd aangezien men nog bezig was met het afgraven van het veen. Het totale aantal bedrijven in 1880 was 25. Op de grafiek van 1920 is de bedrijvigheid verspreid over het gehele dorp. Nog steeds is er sprake van een piek op de eerste 12 plaatsen aan het Noorder- en het Zuiderdiep. Het totale aantal bedrijven in 1920 was 128.

37a/b Schuring, A. (2003). Bedrijvig Valthermond. 150 jaar bedrijfsleven in een veenkolonie. Pagina 13 en 16. Uitgeverij Endymion te Groningen.

De algehele bedrijvigheid is tussen 1880 en 1950 toegenomen. In de loop der jaren werd het gebied geheel ontgonnen, vestigden er steeds meer mensen in het dorp en moest men bedrijven beginnen om aan de behoeften van de inwoners van Valthermond te kunnen voldoen. Het aantal winkeliers/kruideniers is dan ook flink gestegen in de loop der jaren. Uit de grafiek kun je opmaken dat men, naarmate de infrastructuur verbeterde, er meer mensen gingen werken in de transportsector. Op horeca gebied kun je zien dat Valthermond tot 1940 een toename heeft meegemaakt. In de jaren van de oorlog is dit weer afgenomen.

37c

37c Schuring, A. (2003). Bedrijvig Valthermond. 150 jaar bedrijfsleven in een veenkolonie. Pagina 17. Uitgeverij Endymion te Groningen.

Crisis in de landbouw

Tot 1880 ging het economisch gezien goed in Valthermond. De prijzen voor landbouwproducten begonnen echter eind jaren zeventig te dalen, als gevolg van een langdurige landbouwcrisis, veroorzaakt door verschuivingen in de wereldlandbouw. Verbeterde transportmogelijkheden zorgden ervoor dat Europa overspoeld werd door grote hoeveelheden goedkoop graan uit de VS en Canada. De prijzen daalden daardoor scherp voor Nederlandse akkerbouwproducten met wel een derde van de prijs van voor 1880.

Naast de dalende prijzen van het graan werden in de loop van de jaren zeventig vanuit Australie en Nieuw-Zeeland ook steeds grotere ladingen vee en vlees aangevoerd. Er ontstond voor de veenkoloniale boeren een scheve verhouding tussen lage opbrengsten van hun product en de hoge kosten voor de mest.

Eind jaren tachtig trad geleidelijk herstel op in de landbouw en na 1895 was de agrarische crisis definitief voorbij. Nadat er jaren niet was ontgonnen kwamen er duizenden hectares landbouwgrond bij in de gemeente Odoorn. De boeren legden zich steeds meer toe op akkerbouw. In Valthermond werden voornamelijk fabrieksaardappelen en graan voor de vele aardappelmeel- en strokartonfabrieken in de omgeving verbouwd. Naast het dorsen mechaniseerde men rond 1926 ook zuivel in Valthermond. Voor de zuivelfabrieken was Valthermond een gunstige vestigingsplaats omdat het brandstof als het ware in de achtertuin lag.

Crisis in het veen

Van 1879 tot 1880 kelderden de prijzen van de fabrieksturf met de helft en die van langeturf en baggelaars met 30 - 50 procent. In de jaren tachtig daalden de prijzen in heel Nederland verder, toen de turfproductie met één derde was ingekrompen. Dit was echter niet het geval in de Valthervenen. Hier was nog steeds sprake van productiestijging. De bevolking kreeg in de jaren tachtig wel te maken met dalende lonen in het veenbedrijf, tot zo'n 50%. De winsten van de verveners liepen in die periode terug, maar niet zo sterk als de lonen. De productiedaling kwam pas na de Eerste Wereldoorlog.

De crisis had tot gevolg dat de grote verveners het vervenen meer en meer gingen uitbesteden, terwijl ze zichzelf met de verkoop van de turf bezig hielden. De turfputten verpachtten zij aan kleine verveners en deze zware concurrentie dreef de prijs van de turfputten sterk op. Als ze de pacht wilden opbrengen, waren ze gedwongen met het formaat van de turf te knoeien, de lonen te verlagen en door middel van gedwongen winkelnering de arbeiders financieel uit te kleden. De ploegen waarin werd gewerkt werden verkleind en was de verstrekking van etenswaren en koffie tijdens het graafseizoen niet meer gratis.

Met de verslechtering van de materiële omstandigheden nam uiteraard de bestaansonzekerheid toe en werden de arbeiders sterker afhankelijk van hun veenbazen. Mede daardoor moest men steeds verder van huis om werk te vinden. Aan het eind van de jaren tachtig gingen dan ook veel arbeiders van hier naar Duitsland om daar in de industrie, landbouw en vervening te werken.

Aan het einde van die jaren trad er in de veenderij een licht herstel op. De turfprijzen waren toen al met meer dan de helft gedaald, in vergelijking met de prijzen die in de eerste helft van de jaren zeventig werden gemaakt. Het aarzelende herstel was het gevolg van de lagere landelijke productie van turf en kleinere voorraden, zodat de prijzen enigszins konden herstellen. Voor de veenarbeiders ontstond zo de mogelijkheid om looneisen te stellen. Maar die eisen, hoewel ze heel reëel waren, werden niet zonder slag of stoot ingewilligd. Dit leidde tot stakingen in de veengebieden.

Nering, ambachten en industrie

De winkelwaren en het voedsel werd in de beginjaren voornamelijk uit Musselkanaal gehaald. Zo namen mensen spullen voor elkaar mee omdat de verbinding slecht was en alles te voet gebeurde of over het kanaal. Tal van mensen maakten er hun beroep van om huis aan huis allerlei artikelen te verkopen. Eerst kwamen de venters en later, toen er meer mensen in Valthermond kwamen wonen, vestigden zich er winkeliers.

Melkboeren, bakkers, slagers en kruideniers

Deze winkeliers leverden in eerste instantie producten voor de dagelijkse behoeften van land- en veenarbeiders. Er waren geen winkeliers die zich bezig hielden met de verkoop van luxe artikelen. Dat werd ergens anders gekocht. Uit het rapport van de Directie van de Arbeid blijkt dat een gemiddelde arbeider ongeveer 50% uitgaf aan voedsel en 15% aan kleding en schoeisel.

Toen er meer mensen in Valthermond kwamen wonen, gingen bakkers, slagers, kruideniers en melkboeren met hun producten langs de deur. Naast het uitventen werd het brood ook vaak door de klanten van de winkels opgehaald. Veel veenbazen hadden naast de bedrijvigheid rond het veen ook een winkel, waar men naast kruideniers- en grutterswaren ook brood, manufacturen, huishoudelijke artikelen, galanterieen, beddegoed en schoenen kon kopen. Alles wat een gezin maar nodig kon hebben, kon je kopen in de veenwinkels.

Met de daling van de prijzen voor akkerbouwproducten in het begin van de jaren tachtig, daalden ook de kosten voor het levensonderhoud en hielden de mensen meer geld over voor bijvoorbeeld kleding. Na 1895 brak er een gunstige tijd aan voor de detailhandel: de groeiende bevolking, het toenemen van de koopkracht en meer behoefte aan luxegoederen.

 38a38b

Zuiderdiep 424, winkel en bakkerij, 1930.                                      Zuiderdiep 424, woonhuis, 2014.

38a Klok, T., Kloppenburg, G. en van der Vlag - Pak, F. (1992). Historie uit de mond. Tussen Oostermoerse en Zuidenveldsevenen. Uitgeverij Profiel te Bedum.

38b Eigen foto van Zuiderdiep 424 gemaakt op 28-04-2014.

Smederijen

Jacob Klok had één van de grootste smederijen in Valthermond. Het was meer een machinefabriek. Ze deden grote klussen zoals het repareren van stoomketels, locomobielen en landbouwwerktuigen. Dit soort grote reparaties deden de andere smederijen in Valthermond niet.

39a

39a Eigen foto stoomsmederij Klok gemaakt op 28-04-2014.

Industrie

Vanwege de goede transportmogelijkheden over het water, vestigden de fabrieken zich in het begin van de twintigste eeuw in de Kavelingen, waar een bescheiden industrieterrein ontstond. In 1901 begon men met de bouw van een zuivelfabriek, genaamd: 'De IJzeren Klap en Omstreken'. In de fabriek werd de aangeleverde melk van boeren uit de omgeving verwerkt tot boter. Dit was niet de enige fabriek in de Kavelingen. De stoomtimmerfabriek 'Vooruitgang is ons streven', kortweg VIOS, opende in 1902  haar deuren. De VIOS produceerde naast trappen, deuren, lijsten en kozijnen ook schoolmeubilair, preekstoelen, kerkbanken, sjoelbakken damborden en velgen met spaken. Deze fabriek was tot na de Tweede Wereldoorlog in bedrijf. Eveneens in de Kavelingen, bouwde men in 1905 een steenfabriek. De afzet van stenen in de snelgroeiende veenkolonie Valthermond was gegarandeerd en de turf die nodig was als brandstof voor de ovens lag voor het grijpen. De steenfabriek produceerde de 'Groninger steen' die door het hoge ijzeroergehalte van de Groninger klei helderrood van kleur was. In 1981 was men genoodzaakt om de fabriekspoorten te sluiten. De grote hal doet nu nog dienst als vlomarkt.

Horeca

Een van de oudste horecagelegenheden in Valthermond was het café van Burghgraef, Bunt en Bakker begin jaren tachtig naast de tapperij van Mevrouw A.D. Het dorp kende ook vele stille knippen. Een stille knip is een 'illegale' kroeg aan huis waar men drankjes verkoopt. In de meeste cafés waren omstreeks 1900 biljarten en kaartspelen geliefde bezigheden. In de wintermaanden organiseerden de kroegbazen, vaak in samenwerking met de school of met de buurt, schaatswedstrijden die werden afgesloten met een dansavond. Later organiseerden gymnastiekverenigingen en scholen een uitvoering bij een café die beschikte over een grote zaal. 

Valthermond heeft veel cafés gekend, maar er is tegenwoordig nog één kroeg wiens klanten je op één hand kunt tellen.

De bedrijvigheid tegenwoordig

De bakker, de slager en de bemande benzinepomp zijn de afgelopen jaren verdwenen uit veel Drentse dorpen. Dit is ook het geval in Valthermond. Tegenwoordig heb je nog een supermarkt 'Hendrik van Klinken', een bloemenwinkel 'De Zonnebloem', een slager 'Slagerij Heine' en 3 woonwinkels 'Tobben', 'Bianca's homestyle' en 'Wiggers'. Dat is een groot verschil met de vele winkels die er vroeger gevestigd waren. Toch lijkt de economie in Valthermond weer op te bloeien. Dat komt doordat Valthermond vandaag de dag rijk is aan ZZP'ers. Mensen beginnen een bedrijf aan huis, zoals een kapsalon, nagelstudio of pedicuresalon, of starten een eigen schoonmaakbedrijf, stratenmakersbedrijf of klussenbedrijf.

De ondernemers in Valthermond hebben samen een ondernemersvereniging opgezet: Valthermonder Ondernemers. Op dit moment telt de vereniging 44 ondernemers. Iedere ondernemer kan zich bij deze vereniging aansluiten. Samen organiseren ze verschillende activiteiten en nemen ze deel aan de 'Brugbeurs' in 't Brughuus waar verschillende tentjes staan om hun bedrijf te promoten.40

40 Creavo (2012). Valthermonder ondernemers. Geraadpleegd op 2 mei 2014 via: http://www.valthermonder.nl/

Toerisme

Vanaf 1976 begonnen Arnold Greven en zijn vrouw Ansje van der Laan met een camping 'Kamperen bij de boer'. Nadat de provincie de camping had gelegaliseerd verleende de gemeente alle medewerking en kreeg het de status van ANWB-camping. De camping 'De Kleine Ardennen' trok gasten uit heel Nederland en in het hoogseizoen stonden er zo'n tachtig tenten en caravans op het terrein. Er kwam een recreatieplas ter grootte van één hectare, een midgetgolfbaan, een speeltuin en een kegelbaan. In 1991 werd de camping verkocht aan de Nederlandse Federatie van Naturisten. Tegenwoordig heet de camping 'Het Verlaat'.

39b

39b Eigen foto Natupark Het Verlaat gemaakt op 28-04-2014.

Naast 'Het Verlaat' kent Valthermond nog een camping, namelijk Minicamping 'Klein Brabant'. Dit is een kleine camping met 6 plaatsen voor tenten of caravans.

Kijk voor meer informatie over camping 'Het Verlaat' op www.hetverlaat.nl en voor meer informatie over minicamping 'Klein Brabant' op www.minicampingkleinbrabant.nl.